Vorige week was er een – toch wel scherpe – discussie met twee ouders, over hun 10-jarige zoontje, die voor verder onderzoek over zijn lees- en leerproblemen naar mij was doorgestuurd.
De moeder vindt het goed als zoontje de bril ‘gewoon vergeet’ en niet meeneemt naar voetbal of school, maar vader heeft de mening van de opticien in zijn hoofd (áltijd ophouden) en wil van mij een ondersteuning voor zijn mening.
Eerst maar eens goed uitgebreid uitgelegd en gedemonstreerd wat bijziendheid (myopie) in de basis oogfout nu eigenlijk is.
Het oog ziet dichtbij goed als een gewenning aan vooral veel kijken naar zaken die dichtbij gebeurden.
Dan vervolgens moeder gemeten: die heeft géén brilsterkte nodig en ziet met beide ogen op 6 meter uitstekend
en ook vader gemeten: die is wat verziend (hypermetroop) en heeft zonder hulp ook goed beeld op 6 meter
en zoontje ziet zonder de bril op 6 meter zoals hij zegt ‘geen klap’.
Dichtbij ziet moeder de kleine figuurtjes tot wat wordt genoemd ”100%” en vader red met wat moeite daarvan ”80%”
zoontje ziet dichtbij beter dan die “100%” …..zonder de bril ! want hij is bijziend, hij kan dichtbij zich gewoon goed redden met de losse letters in de test.
Met de bril òp lukt hem dat dan weer niet en valt hij terug met veel foutjes
conclusie: “‘altijd op” is toch niet zo’n goed idee.
Na verschillende testjes blijkt zoontje eigenlijk last te hebben van een verstoring van de samenwerking tussen de ogen, die ik voor een groot deel aan de ongelijke groei van de schedelbotjes en de spieren en de kapsels rond de ogen kan terugleiden.
De reden dat hij vroeger goed en gemiddelde resultaten en cijfers behaalde en dat het nu voor hem steeds moeilijker is geworden, kunnen we onder andere aangeven in het steeds kleiner worden van de teksten in de schoolboeken en de dichter op elkaar staande woorden, de langere woorden en de moeilijke inhoud van de teksten.
Als ik hem kleine woorden laat lezen dan gaat dat snel en foutloos, maar zodra we de woorden langer maken dan drie letters dan maakt hij er vreemde woorden van. Leest hij met één oog dan maakt hij minder inschattingsfoutjes dan wanneer hij met beide ogen snel probeert / doorleest. En hij raakt de regel kwijt: dus is ook snel het logische vervolg van het verhaal kwijt.
Iedere moeder die ik uitleg dat het net zo iets is als ”slungelige benen” bij een jongen in de groei, knikt vrijwel meteen omdat dat een logische groeigerelateerde situatie is. Met die slungelige benen en de groeipijnen die er vaak bij horen moeten de jongens ‘gewoon’ weer opnieuw leren omgaan, en dat komt meestal ‘gewoon’ vanzelf weer goed.
Met de ogen kunnen we oefenen op een eenvoudige manier om ‘gewoon’ te zorgen dat het kind de controle (terug) krijgt en leert omgaan met het groeiende lijf en daardoor de nieuwe opdrachten en taken ‘gewoon’ kan leren uitvoeren.
Ik heb zoontje laten oefenen met een prisma voor één oog, die het beeld voor dat oog iets verplaatst en er zo aan de buitenkant voor zorgt dat de letters niet meer onrustig door elkaar lopen en ik heb hem de oefeningen een paar keer laten doen om te weten dat hij ze begrijpt.
Als het ècht niet meer gaat dan kan in de toekomst een leesbril wel hulp bieden, maar het is natuurlijk veel fijner als hij het zelf kan leren doen.
En vader heeft door dat hij zichzelf al heel lang loopt te pesten, door geen leesbril te willen dragen, maar dat is aan hem.